Recreatiewijzer logo

De fantastische werkelijkheid van Albert Steenbergen

Elisabeth Johanna Koning, Pompelmoes, bloesem en haarvrucht, 1859

Fantasiefiguren en mystificaties in het Drents Museum

Sinds 28 september j.l. presenteert het Drents Museum in Assen de tentoonstelling ‘De fantastische werkelijkheid van Albert Steenbergen’. Tijdens zijn leven is kunstenaar en schrijver Albert Steenbergen (1814 – 1900) uit Hoogeveen een zeer bekende Drent. Hij staat in heel Nederland bekend om zijn bloem- en vruchtstillevens. Na een succesvolle periode als kunstenaar in de Randstad keert hij terug naar Hoogeveen en pakt hij de pen op. In de jaren die volgen schrijft hij meerdere toneelstukken, novelles en gedichten. In de tentoonstelling brengt het Drents Museum voor het eerst Steenbergens kunst en literatuur samen.

Zijn talent voor tekenen en zijn interesse in natuur en geschiedenis doen Albert Steenbergen besluiten om in de leer te gaan als bloemschilder. Hij vertrekt op 19-jarige leeftijd naar Hilversum om zich als kunstenaar verder te ontwikkelen. Hij wordt toegelaten op de prestigieuze kunstacademie in Amsterdam, exposeert op tentoonstellingen en runt een atelier in Haarlem. Daar ontmoet hij Elisabeth Johanna Koning (1816-1887)  die bij hem in de leer gaat. Ze bezit een indrukwekkend talent voor tekenen ondanks haar handicap, waardoor ze alleen haar linkerhand kon gebruiken. Steenbergen leert haar schilderen met olieverf. Haar schilderijen leveren haar meerdere eretitels op. 

Realistische fantast of fantastische realist
In de tentoonstelling ‘De fantastische werkelijkheid van Albert Steenbergen’ zijn onder meer tekeningen van insecten en kleine dieren en bloem- en vruchtstillevens van de kunstenaar te zien. Daarnaast toont het Drents Museum ook werk van tijdgenoten, zoals zijn leermeester Jan van Ravenswaay en zijn leerling Elisabeth Koning. De expositie laat zien dat Steenbergen niet alleen een realist is, die zijn onderwerpen uitvoerig bestudeert en natuurgetrouw weergeeft, maar ook ook hoe rijk zijn fantasie is. Dit blijkt onder meer uit de studies van fantasiewezens die het museum presenteert. Die fantasie gebruikt Steenbergen ook in zijn publicaties. Na enkele succesvolle jaren als vervaardiger van bloem- en vruchtstillevens keert de kunstenaar terug naar zijn geboorteplaats waar hij zich steeds meer toelegt op schrijven. In de jaren die volgen schrijft hij meerdere toneelstukken, novelles en gedichten. Vooral zijn laatste publicatie, de dorpsnovelle Clapper der Calkoens, is ontzettend populair. Volgens Steenbergen is de Clapper een transcriptie van een dagboek van een rijke familie uit de zeventiende-eeuw dat hij via een vriend in handen kreeg. Maar een paar jaar na zijn overlijden wordt aangetoond dat het dagboek grotendeels verzonnen is door Steenbergen zelf.

Familie Calkoen
In de achttiende en negentiende eeuw trekken vervalsingen in de literatuur veel lezers. In de zogenoemde mystificaties doet de auteur zich voor als iemand anders. Albert Steenbergen schrijft over vader en zoon, Arent en Petrus Calkoen, die twee eeuwen ervoor in hetzelfde huis wonen als hijzelf. De belevenissen van de Calkoens verschijnen in de lokale courant. De bundel van deze verhalen verschijnt in 1902. Het boek uit de collectie van het Drents Archief is naast een tekening van het door Steenbergen bedachte huis van de Calkoens te zien in de tentoonstelling.
In de tentoonstelling ‘De fantastische werkelijkheid van Albert Steenbergen’ brengt het Drents Museum voor het eerst de zijn kunst en literatuur samen, naast werk van tijdgenoten. De expositie toont wat voor leven hij leidde, wie hem inspireerden en wat hij betekende voor de (kunst)geschiedenis.

De fantastische werkelijkheid van Albert Steenbergen is te nog zien t/m 2 maart 2025.





Hier adverteren? Neem contact met ons op!